‘Why do you visit the Dutch Design Week here in Eindhoven?’ Een graduate, een jonge afgestuurde van de Design Academy, stelt mij deze vraag. Hij komt van Canada, hoor ik later als ik mijn interesse toon in hem en zijn beleving van kunst en design. Twee aspecten die verwarrend en ook wel weer helemaal oke dwars door elkaar lopen. We staan in Microlab, een vervallen gebouw nu dankbaar in dienst als tentoonstellingsruimte. Microlab waar de kelder wellicht nog het spannendste, het dynamische met objecten, audio en video toont.
Ik glimlach naar de jonge gast. Non verbaal zeg ik al dat hij de reden is. Hij en zovele andere dromende zielen die de werkkelijkheid van zovele kanten bekijkt. ‘I like the energy’, zeg ik hem, ‘ the energy of so many people looking at the past, present and especially our future’. Ik complimenteer hem met zijn werk. Het zijn slechts drie takken, gehaald uit een eindhovens bos. Takken waar, als je je oor tegen de tak leg, zijn gedichten kan fluisteren. ‘I like it, it sound like reflections, or echoes from the forrest. Like what the tree could have heard’ Het komt denk ik door de vogeltjes en de wind die ik ook hoor. Hij zegt zelf: ‘i appriciate that you showed your interest in this work. That you participate by listening to my poems.’ Nice, vind ik dat. We hebben allebei een fijn gevoel zo.
De Dutch Design Week is nog maar net van start. Er is zoveel te zien. Te veel, eigenlijk.
Ik heb genoten van de jonge ontwerpers in de oude Campina fabriek waar een Nederlandse jongeman, Stein Weski, trots vertelde over zijn ontwerpen o.a. een lamp waar traditioneel rechte planken samen ging met van houtpulp gemaakte organische vormen. Bij een tussenstop nabij het kanaal werd ik vrolijk van de tapijten ‘memories of a garden’ die Kim maakte van de tuin van Marc Wanders. In de Kazerne sprak ik fijn met een Italiaanse kunstenaar die een prachtige lamp met papier maakte, en moest ik even slikken bij de verhalende tapijten van een Oekraïnse vluchteling. En met een Italiaanse die onderzoek doet naar de glinstering die een bos soms biedt als een zonnestraal door de bladeren dringt. Ik vond de Fabriek een prachtige ruimte waar een jongedame met geverfd haar en neusring vertelde over haar dromen over toekomst, met een Arafat sjaal over haar schouders. Etcetera.
En zo ga ik met een warm gevoel en een hoofd vol ideeen terug naar huis, naar mijn eigen wereld en leven.



